
In 2025 is de nota risicomanagement en weerstandsvermogen herzien. Daarbij is aansluiting gezocht bij de principes en uitgangspunten van het Bossche Model voor projectmatig werken én is vastgelegd welke methoden en hulpmiddelen we daarbij gebruiken. Tevens heeft de werking van de zogenaamde gesloten circuits een plaats gekregen in ons risicomanagement. Gesloten circuits zijn exploitaties waarvan de voor- en nadelen afgewikkeld worden met een specifieke reserve. Bekende voorbeelden zijn de algemene reserve van het grondbedrijf en het sociaal en zorgfonds. Een laatste belangrijke wijziging betreft het objectiveren van het oordeel over de mate waarin de gemeente financiële risico’s kan opvangen. Bepaald is dat de verhouding tussen de beschikbare middelen of vrij te maken middelen voor het opvangen van de nadelige gevolgen van risico’s en de financiële impact van de risico’s groter moet zijn dan 1. Ofwel de ratio van het weerstandsvermogen is groter of gelijk aan 1.
Als de ratio groter is dan 1, dan is het toegestaan een surplus op de algemene reserve in te zetten voor andere doeleinden. Daarbij gelden onder meer de volgende spelregels:
- inzet van het surplus op de algemene reserve moet er niet toe leiden, dat de ratio weerstandsvermogen lager wordt dan 1.
- de algemene reserve hanteren we een streefwaarde van 7,5% van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het percentage wordt als een streefwaarde gehanteerd. Het ene jaar zit de algemene reserve daar wat boven, het andere jaar daar wat onder.