Ga naar de inhoud van deze pagina.
Jaarrekening 2024 Jaarstukken

Risicobeheer

Onder financieringsrisico’s worden verstaan renterisico’s over vlottende en vaste schuld, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Onze gemeente wordt alleen geconfronteerd met de twee eerstgenoemde risico's.

Renterisico – vlottende schuld (kasgeldlimiet)
In de Wet fido is een begrenzing opgenomen van de kortlopende middelen die gemeenten mogen opnemen, de zogenaamde kasgeldlimiet. De limiet bedroeg in 2024 € 73,9 miljoen ofwel 8,5% van het begrotingstotaal van € 868,9 miljoen.
Er heeft in 2024 geen overschrijding van de kasgeldlimiet plaatsgevonden.

Rapportage kasgeldlimiet (bedragen x € 1 miljoen)

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

Kwartaal 1

+ 73,0

Kwartaal 2

+ 73,9

Kwartaal 3

+ 73,9

Kwartaal 4

+ 73,9


In 2024 hebben we geen kort geld geleend. Er was sprake van een ruime liquiditeitspositie. Dit werd veroorzaakt door een hogere bevoorschotting van het rijk en een aflossing van uitgezette gelden voor een bedrag van € 50 miljoen.

Renterisico – vaste schuld (renterisiconorm)
De renterisiconorm begrenst de rentegevoeligheid van de vaste schuldpositie van de gemeente. Het renterisico wordt bepaald door de som van het bedrag aan aflossing en het bedrag aan renteherziening op de vaste schuld. De renterisiconorm bedraagt 20 procent van het begrotingstotaal. Dit houdt in dat maximaal 20 procent van het totaal van de begroting aan rentegevoeligheid onderhevig mag zijn.
In onderstaande tabel wordt deze norm afgezet tegen de feitelijke situatie. Hieruit blijkt dat wij ruim binnen de gestelde norm zijn gebleven.

Bedragen x € 1.000

Rekening 2024

Begroting 2024

Begrotingstotaal 2024

868.938

868.938

Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

20%

20%

Renterisiconorm

173.787

173.787

Toets Renterisiconorm

Renterisiconorm

173.787

173.787

Renterisico op vaste schuld

20.000

20.000

Ruimte (+) / Overschrijding (-)

+153.787

+153.787


Kredietrisico
Kredietrisico’s ontstaan enerzijds door het verstrekken van leningen, anderzijds door het verstrekken van gemeentegaranties. Het treasurystatuut bepaalt dat uitzettingen en garanties alleen tot stand komen indien zij een publieke taak dienen.
Bij het beoordelen van verzoeken om leningen of garanties te verstrekken wordt in elk geval nagegaan of voor de sector waarin de instelling werkzaam is een zogenaamd waarborgfonds bestaat. Ondanks deze terughoudendheid is het latente kredietrisico de laatste jaren enigszins toegenomen. Banken zijn terughoudender geworden met financiering, waardoor juist minder financieel solide organisaties een beroep op de gemeente doen. De gemeente heeft in 2024 geen leningen afgewaardeerd en is niet aangesproken op haar garanties.