No cure - no pay
No cure - no pay bureaus zorgen al enkele jaren voor een toenemende druk op de uitvoering van de Wet WOZ. Op 1 januari 2024 trad de Wet herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en bpm in werking, waarmee onder meer de zogenaamde WOZ-factor werd verlaagd tot een factor van 0,25. Dit is de factor waarmee de vergoeding van proceskosten voor door derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in bezwaarprocedures wordt vermenigvuldigd. Het doel van deze wet is het verminderen van de financiële prikkels voor het voeren van procedures die – kortgezegd – meer lijken te gaan om het verkrijgen van vergoedingen, dan het waarborgen van de rechtsbescherming.
De Hoge Raad heeft echter op 12 juli 2024 bepaald dat het lage tarief voor de proceskostenvergoeding in belastingzaken in bezwaar buiten toepassing moest blijven. Enkel het tarief voor overige zaken, dat dubbel zo hoog is, bleef over. De verlaging van de proceskostenvergoeding werd hierdoor zo goed als volledig ongedaan gemaakt.
Eind 2024 is dit hersteld in het Pakket Belastingplan 2025 dat door de Eerste Kamer op 17 december 2024 is aangenomen. De wijziging “Bijstellen hoogte proceskostenvergoeding WOZ- en bpm- bezwaarzaken” is daarmee per 1 januari 2025 in werking getreden. De WOZ- factor is verlaagd naar 0,125. Deze aanpassing zorgt ervoor dat de proceskostenvergoeding die in de bezwaarfase kan worden toegekend in lijn blijft met hetgeen de wetgever bij de invoering voor ogen stond.