Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de door het ministerie van Binnenlandse Zaken opgestelde meicirculaire gemeentefonds van 27 mei 2024. In deze circulaire wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen van de algemene uitkering voor de jaren 2024 tot en met 2029, gebaseerd op de voorjaarsbesluitvorming van het Rijk. De effecten van het Hoofdlijnenakkoord 2024-2028 afgesloten door de regeringscoalitie zijn niet verwerkt in de meicirculaire.
Vorig jaar heeft het Rijk aangekondigd de bestaande normeringssystematiek vanaf 2026 los te laten. Het gemeentefonds beweegt niet meer mee met de Rijksuitgaven, maar wordt aangepast op basis van de ontwikkeling van het inflatiecijfer (cpi) en de ontwikkelingen van het nominaal bruto binnenlands product (BBP). Het Rijk heeft besloten deze koppeling vervroegd in te voeren per 2024. Deze vervroeging heeft echter geen direct budgettair effect omdat het Rijk de budgettaire bijstelling, zowel positief als negatief, compenseert.
Wel heeft het Rijk de oploop van de opschalingskorting vanaf 2026 geschrapt. Dit resulteert in een structurele plus van € 675 miljoen in het gemeentefonds. De prijs die gemeenten hiervoor betalen is een eenmalige verlaging van het accres in 2025 voor hetzelfde bedrag. Deze bijstelling is in onze begroting verwerkt.
Baten
De raming van de algemene uitkering, gebaseerd op het prijspeil 2025, is € 424,1 miljoen. Genoemd bedrag is inclusief de integratie- en decentralisatie-uitkeringen (zoals Beschermd wonen, participatie, etc.) die via de algemene uitkering binnenkomen, maar exclusief een inschatting van het BTW-compensatiefonds. In de begroting 2025 is hiervoor een stelpost opgenomen van € 0,8 miljoen. Ten opzichte van de begroting 2024 heeft hier geen wijziging plaatsgevonden.
Ontwikkeling
In 2025 is de algemene uitkering € 23,7 miljoen hoger in vergelijking met de bijgestelde begroting 2024. De taakmutaties met tegenpost zijn per saldo € 5,0 miljoen, het budgettair effect in 2025 is dus € 18,7 miljoen positief. Hiervan is € 2,4 miljoen al verwerkt is in de geactualiseerde begroting 2024-2027. Dit betreft de ingroei van het herverdeeleffect. Het budgettaire effect kan als volgt verklaard worden (bedragen x € 1 miljoen):
Omschrijving |
Bedrag |
Accres 2024 en 2025 |
18,6 |
Incidentele uitname opschalingskorting |
-5,8 |
Ontwikkeling basisgegevens/uitkeringsbasis |
3,5 |
Ingroeipad herijking Gemeentefonds |
2,4 |
Totaal |
18,7 |
Accres
Bijstellingen van het prijsaccres 2024 leiden tot een verlaging van € 0,8 miljoen. Het accres 2025 bedraagt € 19,4 miljoen. Hiervan is € 11,6 miljoen loon-en prijsontwikkelingen en € 7,8 miljoen volumeontwikkelingen. Doordat het Rijk de financieringssystematiek vanaf 2026 aanpast is een gedeelte van het volumeaccres (€ 4,4 miljoen) incidenteel beschikbaar.
Incidentele uitname opschalingskorting
Per 2026 wordt de oploop van de opschalingskorting geschrapt. Wel heeft het Rijk besloten om in 2025 een éénmalige korting van € 675 miljoen toe te passen. Dit resulteert in een incidenteel nadelig effect van € 5,8 miljoen.
Ontwikkeling basisgegevens/uitkeringsbasis/verdeelreserve
Lokale ontwikkelingen (zoals hogere opbrengsten OZB bijvoorbeeld) hebben rechtstreeks effect op de algemene uitkering, landelijke effecten indirect, namelijk via de uitkeringsfactor. De effecten van de lokale en landelijke ontwikkelingen van de uitkeringsmaatstaven zijn per saldo € 3,5 miljoen voordelig, vooral als gevolg van de actualisatie van diverse maatstaven.
Ingroeipad herijking
Ondanks de bezwaren van onder andere de VNG en de Raad voor Openbaar Bestuur is de herijking van het gemeentefonds in 2023 verwerkt. Wel heeft het Rijk het ingroeipad aangepast. In plaats van een maximaal effect van € 60 per inwoner is dit bedrag nu gemaximeerd op € 37,50 per inwoner. € 7,50 in 2023 en € 15 voor de jaren 2024 en 2025. Omdat wij een voordeelgemeente zijn, heeft dit voor 2025 een voordelig effect van € 2,4 miljoen. Op dit moment lopen landelijk nog een drietal onderzoeken naar de gevolgen van de herijking. Op basis van die onderzoeken kan het verdeelmodel weer aangepast worden, maar kan ook geopteerd worden om het herijkte model onverkort toe te passen. In dit laatste geval neemt het aandeel van de gemeente ’s-Hertogenbosch in het gemeentefonds nog verder toe.
Taakmutaties
De belangrijkste taakmutaties zijn als volgt (bedragen x € 1.000):
Taak |
Bedrag |
Jeugdzorg |
-964 |
WMO |
1.074 |
Beschermd Wonen |
1.770 |
Participatie |
1.283 |
Dienstverlening aanpak armoede en schulden |
375 |
Werkdrukverlaging Jeugd |
282 |
Bodembescherming |
274 |
Nationaal Actieplan Dakloosheid |
740 |
Regionale doelgroepen specifieke aanpak |
137 |
Asiel |
-285 |
Aanpak laaggeletterdheid |
-208 |
Vrouwenopvang |
334 |
Maatschappelijke opvang |
167 |
Overig |
7 |
Totaal |
4.972 |