Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025 begroting 2025

Uitgangspunten begroting 2025 en meerjarenraming

Uitgangspunten begroting 2025 en meerjarenraming

Bij de begrotingsopstelling van 2025 wordt uitgegaan van het bestaand beleid zoals geformuleerd in de (meerjaren)begroting 2024. Er vinden bijstellingen plaats op grond van volumeaanpassingen in relatie tot de autonome ontwikkelingen van de stad. Het kan dan gaan om aanpassingen aan de uitgavenkant en aanpassingen aan onze inkomstenkant. Ook vindt in de begroting een actualisatie plaats van het prijspeil.

De (meerjaren)begroting 2025 wordt uitgedrukt in verwachte prijzen van 2025. Dit betekent dat een volledig nieuw financieel document ontstaat. Hieronder geven we de financiële kaders weer, waarbinnen wij onze begroting opstellen.

Loonkostenontwikkeling

De huidige cao loopt tot 1 april 2025. Voor 2024 hebben we rekening gehouden met een loonstijging van 4,75% per 1/1/24 en 1,25% per 1/10/24. Voor de cao-ontwikkelingen in de periode april 2025 t/m december 2025 hebben wij rekening gehouden met een loonstijging van: 4,0% per 1 april 2025 (raming).

Het gemiddelde percentage sociale lasten in de begroting 2025 is 28,40% (primitieve begroting 2024 28,87%). Voor de begroting 2025 is rekening gehouden met het vervallen van de premie voor AOP/Loyalis en ZW-Flex. De overige premies laten wisselend lichte stijgingen en dalingen zien. Het loonkosten niveau in de begroting 2025 komt per saldo 4,66% hoger uit dan in de primitieve begroting 2024.

Prijsontwikkeling

Doorwerking voorgaande jaren

+/+ 1,9%

2025

Totale prijsontwikkeling begroting 2025

+/+ 2,0%

+/+ 3.9%

Het percentage voor 2025 is overgenomen uit de septembercirculaire, index prijs materiele overheidsconsumptie. Dit is een afwijkende index, de reguliere index hicp is pas later beschikbaar. Vanwege de vervroegde planning wijken we eenmalig af van de reguliere werkwijze. Uiteindelijk worden afwijkingen in toekomstige jaren weer gecorrigeerd.

Bijgestelde loonkosten- en prijsontwikkeling gesubsidieerde instellingen

Met betrekking tot de loonontwikkeling wordt het indexcijfer “Cao-loon bedrijven” toegepast. De doorwerking voorgaande jaren is in verband met de vervroegde planning dit jaar eenmalig gebaseerd op de Kerngegevenstabel (cMEV 2024) van 17 augustus 2023 van het CPB.

Voor de gesubsidieerde sector leidt het vorenstaande en de gangbare systematiek tot het volgende uitgangspunt:

Correctie voorgaande jaren                                                                + 1,4%

Algemene loonontwikkeling 2025                                                       + 3,96%

Totaal                                                                                                         + 5,36%

Voor alle subsidies (niet-betreffende de subsidies loonkosten) geldt dat de prijsontwikkeling 2025 gevolgd kan worden (inclusief correctie voorgaande jaren), de toegestane indexering bedraagt daarmee 3,9%.

Renteontwikkeling

Het renteomslag percentage wordt verhoogd van 0,75% naar 1,0%.

Tarieven belastingen, leges en heffingen

Het gewogen indexcijfer bedraagt 4,28% (½ x 3,9% + ½ x 4,66%).

De woonlasten zijn enkel verhoogd met een inflatiecorrectie. Onder woonlasten verstaan we de onroerend zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Conform het uitgangspunt stijgt de OZB met 4,28%, wel rekening houdend met eventuele stijging van de WOZ-waarden.

Voor zowel de afvalstoffen- als de rioolheffing worden, naast de toegestane indexering, uiteraard de kosten van eventuele autonome ontwikkelingen via het tarief omgeslagen, uitgaande van 100% kostendekking. Ook de kwijtschelding wordt verdisconteerd in het tarief. Voor de berekening van de tarieven wordt uitgegaan van 2,0% rente toerekening aan de betreffende activa, hetgeen aansluit bij de daadwerkelijke rentekosten van de gemeente op haar financiering afgerond op een half procent.

Uitgangspunten meerjarenraming 2026-2028

Voor de jaren 2026 tot en met 2028 is uitgegaan van een constant loon- en prijsniveau met als basis het niveau zoals opgenomen in de begroting 2025. We gaan ervan uit dat de loon- en prijsontwikkeling in de uitgaven zo nodig gecompenseerd wordt. Dat wil zeggen:

compensatie van algemene salarismaatregelen en prijscompensatie via de algemene uitkering uit het gemeentefonds (als onderdeel van het zogenaamde accres) en overige rijksvergoedingen;

Verhoging van tarieven, rechten en heffingen met het inflatiepercentage, uitgaande van 100% kostendekking voor afvalstoffenheffing en rioolrechten. Uitgaande van constante lonen en prijzen zijn in de jaarschijven 2026, 2027 en 2028 de eerder genoemde verhogingen van inkomsten uiteraard niet meegenomen. In het investeringsplan 2025-2028 is rekening gehouden met een jaarlijks rentepercentage van 1,0%.

N.B.

Het doel van de meerjarenraming is onder meer inzicht te krijgen in de financiële ontwikkeling van de gemeente in meerjarig perspectief. Aan de meerjarenraming als zodanig kunnen door derden geen rechten worden ontleend.